Vanaf Zanzibar met het veer terug naar het vasteland. We vinden een overnachtingsplek aan het strand ten noorden van Dar-El-Salaam. De zee is ondiep en aangenaam warm.
De volgende ochtend vroeg op. Onze gids, chauffeur en kok zijn nergens te bekennen. Na een avondje feesten in het nabij gelegen dorp heben ze zich verslapen. Een kwartiertje te laat, voor Afrikaanse begrippen ruim op tijd, reizen we af naar Marangu. Onderweg eindeloze velden, honderden kilometers lang, met sisal-planten voor de touwindustrie. Hier en daar een andere plantage. Tanzania is toch, in tegen stelling tot voorgaande landen, sterk gecultiveerd.
In Marangu treffen we de weekmarkt. Veel groenten, (tweedehands) kleding, schoenen en wat gedroogde vis. Het laatste stukje wordt per minivan afgelegd over een meer dan hobbelige zandweg de bergen in.
Dinsdag 22 december worden we om half zeven meegenomen door een jongeman die ons voorop gaat bergopwaarts naar het uitzichtspunt. Hier bewonderen we Mt. Kilimanjaro. Met een witte top. In de vroege ochtend is de lucht nog helder en het uitzicht prachtig. Terug, ontbijten en dan het dorp in. Weer dezelfde berg op. Marangu ligt aan de voet van Mt. Kilimanjaro en is één van de startpunten voor de beklimming van de hoogste berg van Afrika. Na een stevige klim bereiken we de watervallen die schitterend in het landschap zijn opgenomen. Dan verder langs bananenplantages, door deze groene bergomgeving. Lunch bij een lokaal gezin en dan eindelijk afdalen naar Marangu. Waar de truck al op ons wacht.
Jack, geniet van Tanzania. Hele gezellige kerstdagen (als je daar wat van mee krijgt), hele goede jaarwisseling en blijf genieten. Ik geniet van je verslagen.