Vrijdag 1 april. Gisteren de nachttrein in Chiang Mai gepakt. De aankomst wordt niet de geplande 4:58 u, maar een klein uurtje later. Niet erg, want wat moet je zo vroeg in Ayutthaya doen. Het is 30 C en de luchtvochtigheid is extreem hoog. Een enorm verschil met de airco in de trein. Het oude koninklijk paleis is nu een park. Wat Phra Mahathat is al, of altijd, open. Het is erg rustig. De gelegenheid mezelf met het beroemde Boeddha-hoofd in de boom te vereeuwigen. Verder de tempel zelf bewonderen. Deze baksteenarchitectuur komt me bekend voor. De vorm is licht verschillend van Bagan, maar geeft het zelfde gevoel. De zon komt net op. De kans om een paar fraaie foto’s van de tempels met de zonsopkomst te maken. Langs Wat Ratchaburana. Eén van de grotere complexen. Er wordt onderhoud gepleegd en de witte stupa staat nog in de steigers. Dan ontbijten in het park en op naar Wat Phra Si Sanphet. Een fraaie rij witte stupa’s omgeven door kleine stupa’s. Een grote maquette laat zien hoe het koninklijk paleis eruit heeft gezien. Grappiger wijze hebben de Nederlanders Ayutthaya als eerste westerlingen beschreven en getekend. Zij noemden het Iudea in Siam. Hekkensluiter Wat Thammikarat heeft met de zuilenrij een andere uitstraling. De bonte verzameling stenen hanen naast de tempel is opmerkelijk. ’s Middags de 3e klas trein naar Bangkok. Hier geen airco, maar open ramen. Warm. Inchecken, douchen en schone kleren aan. Heerlijk.
De baksteenarchitectuur van Ayutthaya
- Slingerend door Doi Suthep Pui
- De oorsprong van de Thaise massage