Zaterdag 18 juni. Gisteren in Sigiriya aangekomen. Vandaag op de scooter ruïnes bekijken. Eerst die van Sigiriya. Een lang pad tussen ruïnes en vijvers door leidt richting de Lions Rock. Enkele ruïnes zijn half in de rotsen gebouwd. Dan vele treden omhoog tot de toegang van de Lions Rock. File lopen op een stalen wenteltrap om de fresco’s te bekijken die op een overhangend deel van de rots zijn gemaakt. Koning Kasyapa, liet in de 4e eeuw, wolkenmaagden op de rots schilderen. Op een tussenplateau is de toegang tot het paleis tussen twee leeuwenpoten door. Een stalen trap langs de steile rots leidt naar het hoogste punt. Boven waait het stevig, maar wat een uitzicht. De wijde omgeving is bos en op de achtergrond bergen. Op de top van deze rots liet koning Kasyapa zijn paleis bouwen. Wat een plek. Indrukwekkend en schitterend. De troon is uitgehouwen uit de rots. Beneden blijkt de Audience Hall en een bad eveneens uit de massieve rots gehakt. Op de scooter naar de nabijgelegen tempel en Pidurangala, little Lions Rock. Langs een tempel door naar de liggende Boeddha onder de overhangende rots en op de top van de kale rots weer een fraai uitzicht.
Dan een ritje naar Polonnaruwa, die andere stad van de culturele driehoek. Onderweg leidt de route door Minneriya National Park. Op eens remt iedereen en blijkt er een wilde olifant langs de weg te lopen. Geweldig. Eerst het archeologisch museum bezocht en vervolgens met de scooter door het park. Schitterende ruïnes. Enkele rijkelijk versierd. De Council Chamber, het fort en de stupa’s, nalatenschap uit de 11e eeuw van koning Vijayabahu. Met schemer nog een uur terugrijden. Onderweg grazen nog twee olifanten aan het meer. Ik blijf achter een jeep rijden, zodat deze het wild kan spotten. Wat geruis in de struiken, maar niets te zien en ik kom veilig in Sigiriya aan.