Zondag 19 juni. De grottempels van Dambulla mogen niet op mijn lijstje ontbreken en dus scooter ik door de binnenlanden van Sri Lanka. De weg slingert door kleine dorpjes, langs schattige meertjes vol met lotusbloemen en de nodige tempels. Twee jongens staan heftig met gele vlaggen te zwaaien en ik moet stoppen. Stap één gelukt, maar de vreemdeling spreekt Engels. Met een brede glimlach en druk gebarend moeten er twee meisjes bij komen en samen maken ze mij duidelijk dat het vandaag feest is, Poson en dat betekent dat ik een groene soep en een stuk kandij krijg aangeboden. Mooie traditie. Onderweg blijken overal standjes te staan waar gratis drankjes en/of eten wordt aangeboden. Bij de tempels staan soms rijen van een paar honderd meter.
In Dambulla rijd ik spontaan tegen de Gouden Tempel aan. Kan ook nauwelijks missen met de enorme gouden Boeddha. Haast vanzelfsprekend volgt een serie trappen omhoog de berg op. Na de klim valt een wit tempelcomplex onder de overhangende rots te bewonderen. Binnen zijn de wanden en het plafond volledig bedekt met 2000 jaar oude fresco’s. Daarnaast luisteren de nodige beelden de ruimte op. Dit zijn de beroemde grottempels van Dambulla.
Het is nog vroeg op de dag en Kala Wewa, een groot stuwmeer, lijkt wel aardig. Bij aankomst blijk ik niet de enige. Tienduizenden mensen hebben zich hier bij de tempels en langs de weg verzameld. Het is kilometers lang file rijden en hele hordes mensen lopen langs de weg. Op weg naar gratis eten. Dit is met recht een nationale feestdag.
